De Universal Periodic Review (UPR) is een proces van periodieke beoordeling van de mensenrechtendossiers van de 193 lidstaten van de VN, dat in 2006 door de Mensenrechtenraad is ingesteld. De UPR biedt alle landen de mogelijkheid om de stappen te beoordelen die ze hebben genomen om hun mensenrechtensituatie te verbeteren en uitdagingen aan te pakken.
Beoordelingen zijn gebaseerd op rapporten die door staten zijn ingediend, rapporten van onafhankelijke mensenrechtenexperts en informatie van maatschappelijke organisaties. De resultaten van de beoordeling worden samengevat in een rapport en beoordeeld door de Raad. Landen zijn verantwoordelijk voor het implementeren van de aanbevelingen in dit rapport en de voortgang wordt bewaakt.
De Universal Periodic Review (UPR)-cyclus duurt vierenhalf jaar (HRC-resolutie 16/21). Tijdens één cyclus wordt verwacht dat de mensenrechtendossiers van alle VN-lidstaten worden beoordeeld. Beoordelingen worden uitgevoerd in het volgende tempo tijdens de drie jaarlijkse sessies van de UPR-werkgroep:
14 landen worden per sessie beoordeeld;
42 landen worden per jaar beoordeeld;
Aan het einde van een UPR-cyclus zijn alle 193 VN-lidstaten beoordeeld. Via de Universal Periodic Review (UPR) zal de Mensenrechtenraad periodiek de implementatie van mensenrechtenverplichtingen en -verbintenissen van de 193 lidstaten van de Verenigde Naties beoordelen.
Beoordelingsproces: De beoordeling van een staat is gebaseerd op de volgende documenten;
Nationaal rapport: rapport opgesteld door de beoordeelde staat.
Informatie van de Verenigde Naties: compilatie over de staat opgesteld door het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de Verenigde Naties (OHCHR).
Informatie van andere belanghebbenden: samenvattend rapport opgesteld door de OHCHR bevat informatie ingediend door andere belanghebbenden, zoals actoren uit het maatschappelijk middenveld, nationale mensenrechteninstellingen en regionale organisaties.
De beoordeling vindt plaats in Genève tijdens de sessies van de UPR-werkgroep. Deze groep bestaat uit de 47 lidstaten van de Mensenrechtenraad. De beoordeling vindt plaats in de vorm van een interactieve dialoog tussen de beoordeelde staat en de lidstaten en waarnemers van de Raad. Aan het einde van elke beoordeling neemt de werkgroep een conclusiedocument aan, dat vervolgens door de Mensenrechtenraad wordt besproken tijdens een andere sessie.
Bijdragen van “Andere Belanghebbenden” aan UPR-Documenten:
Het UPR-proces zorgt voor de deelname van alle relevante belanghebbenden, zoals maatschappelijke organisaties (CSO’s), nationale mensenrechteninstellingen (NHRI’s) en regionale mechanismen. Indienen van schriftelijke informatie: actoren uit het maatschappelijk middenveld, NHRI’s en regionale mechanismen kunnen schriftelijke rapporten indienen met informatie die in aanmerking wordt genomen tijdens de beoordeling.
Deelname aan Sessies: geaccrediteerde belanghebbenden kunnen UPR werkgroepsessies bijwonen en mondelinge verklaringen afleggen tijdens reguliere sessies van de Mensenrechtenraad. De 49e UPR-werkgroepsessie, waarin Turkije wordt beoordeeld, vindt plaats tussen 28 april 2025 en 9 mei 2025. In deze sessie worden de mensenrechtensituaties van de landen die binnen het bereik van het Universal Periodic Review (UPR)-proces vallen, beoordeeld. In deze context werd het rapport “The Systematic Failure of Turkey to Implement the ECHR Decisions” dat door onze stichting is opgesteld, ingediend bij de UPR.
 is een proces van periodieke beoordeling van de mensenrechtendossiers van de 193 lidstaten van de VN, dat in 2006 door de Mensenrechtenraad is ingesteld.){kind=link}